Interview: Vroeg beginnen is de sleutel tot een succesvolle Publiek Domeindag

Dit interview met onze voorzitter Maarten Zeinstra is eerder gepubliceerd op de site van Netwerk Digitaal Erfgoed.

Op de jaarlijkse Publiek Domeindag in januari vieren musea en andere erfgoedorganisaties de levens van mensen wiens auteursrechtelijke bescherming is verlopen. En waardoor hun werken voor iedereen beschikbaar komen. Het succes van zo’n geslaagd feestje? Begin op tijd met de voorbereiding, zegt Maarten Zeinstra, jurist en informatiespecialist. Hij deelt allerlei praktische tips. Bovendien gaat hij tijdens een evenement op 7 november, gewijd aan auteursrecht voor erfgoedorganisaties, dieper in op dit onderwerp.


Ter gelegenheid van Publiek Domeindag 2023 heeft het Nederlands Fotomuseum 25 foto’s van de Nederlandse natuurfotograaf Richard Tepe geselecteerd die voor iedereen te downloaden zijn. Tepe overleed in 1952 en daarmee zijn de auteursrechtelijke restricties op zijn werken vanaf 2023 vervallen.

Dit vieren we op Publiek Domeindag

Op Publiek Domeindag vieren musea, bibliotheken, archieven en andere erfgoedorganisaties dat het auteursrecht van bepaalde werken na 70 jaar na de dood van de maker is verlopen, waardoor ze beschikbaar komen in het publiek domein. In Nederland vindt de nationale Publiek Domeindag 2024 op 12 januari plaats. Het wordt gevierd met een jaarlijks evenement. Maar elke organisatie, groot of klein, kan deze dag op zijn eigen manier vormgeven.

Wanneer komt een werk in het publiek domein?

Maarten Zeinstra: ‘Het auteursrecht loopt doorgaans tot 1 januari na 70 jaar na de sterfdatum van de maker. Dit betekent dat het auteursrecht op werken van makers die in 1953 zijn overleden, op 1 januari 2024 komt te vervallen. Is dat het geval, dan komt het werk in het publiek domein terecht. Deze werken kunnen door iedereen worden gekopieerd en gebruikt zonder dat daarvoor toestemming van de rechthebbende nodig is.’

Jouw advies is om zo snel mogelijk te beginnen met de voorbereidingen voor Publiek Domeindag?

‘Jazeker! Voordat je als organisatie begin januari 2024 publiek domeinwerken beschikbaar kunt stellen, bijvoorbeeld online, moet je nog een aantal stappen zetten.’

Over welke stappen heb je het dan?

‘Ten eerste moeten de makers worden geïdentificeerd van wie het auteursrecht in januari zal vervallen. Vervolgens moeten werken van deze makers worden geselecteerd. Daarna is het belangrijk om na te gaan of deze werken al zijn gedigitaliseerd. En tot slot moeten de werken online beschikbaar worden gesteld.’

Is een goede voorbereiding het halve werk?

‘Zorg ervoor dat je de informatie over de rechtenstatus van objecten in je collectie op orde hebt. Denk bijvoorbeeld aan het vastleggen van de naam van de maker, diens geboorte- en sterfdatum, en het jaar van de eerste publicatie van het werk. Met die informatie kun je de rechtenstatus van elk object bepalen volgens gangbare standaarden zoals Creative Commons-licenties en RightsStatements.org.’

Zijn er tools die je hierbij kunnen helpen?

‘Naast die eerder genoemde standaarden zijn er ook handige tools zoals regeljerechten.nl en outofcopyright.eu die kunnen helpen om de rechtensituatie van je werken vast te stellen. Op deze manier kun je selectiecriteria opstellen binnen je collectieregistratie ter voorbereiding op Publiek Domeindag.’

Wat is de grootste uitdaging die je bij dit werk kunt tegenkomen?

‘Dat is het ontbreken van informatie. Als je bijvoorbeeld niet weet wanneer de maker is overleden, kun je niet vaststellen of de persoon al meer dan 70 jaar geleden is overleden. In zulke gevallen moet je soms gebruikmaken van gangbare levensduurinformatie. Zo zullen werken die in 1900 zijn gepubliceerd, waarschijnlijk gemaakt zijn door personen die vóór 1954 zijn overleden, en kun je deze werken als publiek domein beschouwen.’

En als het een werk betreft waaraan meerdere makers hebben bijgedragen?

‘Neem een prentenboek als voorbeeld. De tekst kan zich mogelijk al in het publieke domein bevinden, terwijl dat voor de tekeningen niet het geval is. In zo’n situatie moet je de rechtenstatus baseren op de meest recent overleden maker. Je kan ook kijken of de individuele werken, de afbeeldingen, de specifieke hoofdstukken in de tekst op zichzelf gepubliceerd kunnen worden.’

Of stel dat alleen een organisatie als maker van een werk wordt genoemd?

‘Hier gelden weer andere overwegingen, aangezien organisaties niet kunnen overlijden. In zo’n geval is de bescherming tot en met 70 jaar na het jaar van de eerste publicatie. Zo zijn alle werken waarin alleen een organisatie als maker wordt vermeld, vanaf 1 januari 2024 publiek domein als ze voor het eerst in 1953 zijn gepubliceerd. Is een werk ouder dan 70 jaar en nog nooit eerder gepubliceerd? Dan is het ook publiek domein.’

Heb je een advies voor organisaties die net beginnen?

‘Begin klein. Het bepalen van de rechtenstatus van werken in je collectie kan een overweldigende taak lijken. Als je net begint, kies dan eerst voor oude werken, bijvoorbeeld uit de 19e eeuw, of werken waarvan je zeker weet dat de maker meer dan 70 jaar geleden is overleden. Zo kun je ervaring opdoen en vervolgens geleidelijk aan meer complexe werken aanpakken. Deze stapsgewijze benadering maakt de taak behapbaar en helpt je om de rechtenstatus van je collectie goed te beheren.’

Handig tip

Als je op zoek bent naar bibliografische informatie, raadt Maarten Wikidata aan. Daar vind je veel informatie over makers, inclusief geboorte- en sterfdatums. Het is een handige bron om te gebruiken bij het identificeren van makers en het vaststellen van hun rechtenstatus. Deze bevatten bijvoorbeeld al veel verwijzingen naar databases/platformen voor bibliografische informatie, zoals RKDISNI en VIAF.


Geplaatst

in

door

Tags: